Als je het letterlijk vertaalt is het niets meer en niets minder dan een reisdagboek. Dan denk je natuurlijk al snel dat je zo’n travel journal alleen gebruikt als je veel reist. Ik zie dat anders. Ik gebruik mijn travel journals als het verslag van mijn persoonlijke reis. Als ik namelijk terugblader in een van mijn journals, dan maak in een reis in mijn verleden. En als je het op die manier bekijkt, dan wordt zo’n travel journal ineens heel veelzijdig.
Drie-in-één
Nog een kenmerk van een travel journal, is dat je er van alles in kunt meenemen. Een travel journal heeft elastiek in het midden, zodat je er verschillende boekjes in kunt doen. Met verschillende doeleinden. Zo heb ik een boekje erin zitten met mijn agenda, een boekje om in te tekenen, een boekje voor mijn administratie, een boekje om in te schrijven, een ideeën- en inspiratieboekje en een notitieboekje. Als ik op pad ga, dan neem ik sowieso mijn agenda en mijn notitieboekje mee. En daarnaast – afhankelijk van mijn stemming – mijn tekenboekje of schrijfboekje. En soms prop ik daar dan ook nog mijn ideeënboekje tussenin.
Bullet journal
Een bullet journal is oorspronkelijk een notatiesysteem met bullets waarbij je alle afspraken, todo-lijstjes, aantekeningen, eigenlijk alles dat je belangrijk vindt in 1 notitieboek noteert. Dat is heel handig en ik moet bekennen: ik heb er – naast mijn A6-journals – ook eentje. Deze gebruik ik dagelijks. Wat ik echter ontzettend onhandig vindt, is mijn agenda erin bijhouden. Ik ga altijd eerst bladeren, vervolgens kan ik niet vinden wat ik zoek, raak gefrustreerd, kijk dan pas in mijn inhoudsopgave (index) en vind het uiteindelijk, terwijl de ander (on)geduldig op mijn antwoord zit of staat te wachten. Dus ik heb een aparte agenda op A6-formaat. Lekker overzichtelijk.
Art journal
Het woord zegt het al: in een art journal maak je kunst. Nou ja, niet – en vooral niet – met een grote K, want die kunst met een grote K belemmert. Mij tenminste wel. Kunst met een grote K moet voldoen aan allerlei eisen die vooral in mijn hoofd rondspoken. In een art journal is alles geoorloofd. Je mag knippen, plakken, kliederen, spelen met verf alsof je een kind bent. Het is heerlijk. Het is bevrijdend. Ik experimenteer en leer erop los. Veel mensen gebruiken hun bullet journal als een art journal. Dat vind ik heel mooi, maar ik kan dat niet. Simpelweg omdat het papier er niet echt voor is gemaakt. En als ik dan onderweg ben en iets wil schetsen, bijvoorbeeld een idee dat ik later wil uitwerken, dan gebruik ik daar een klein A6-schriftje voor. Lekker makkelijk.
Weblog
Wat? Hoort deze er ook bij? Jazeker. Ik hoef namelijk geen computer bij de hand te hebben om een blog te schrijven. En aangezien mijn pen en papier overal met me meegaan – ja zelfs als ik de kinderen van school haal, kan ik overal en nergens een blogje in een schriftje pennen. De inspiratie ligt overal. En als ik inspiratie heb, dan moet het op papier. Al is het maar een woordje of een krabbeltje. Als ik het teruglees, ben ik weer terug bij dat moment en kan ik de rest schrijven. Juist omdat ik verschillende boekjes heb voor verschillende doeleinden, kan ik me beter focussen op de taak waar ik op dat moment mee bezig ben. Ik hoef niet meer te zoeken, ik heb datgene wat ik op dat moment nodig heb meteen paraat. Heerlijk toch?